De Europese Unie zou in 2010 de meest concurrerende kenniseconomie van de
wereld zijn. Dat hadden de Europese leiders elkaar in 2000 tijdens een
bijeenkomst in Lissabon plechtig beloofd.

Helaas, het liep net anders. De tien jaar gingen voorbij met veel gepraat en
veel openbare uitingen van goede wil. Maar er veranderde niets.

Dromen staat vrij
Goed, we zijn niet de meest concurrerende kenniseconomie geworden. Maar
dromen staat vrij, toch? Voor de volgende tien jaar zijn er weer nieuwe
utopieën bij elkaar te fantaseren. Daar weet voorzitter José Manuel Barroso
van de Europese Commissie alles van.

Hij presenteerde woensdag 3 maart zijn agenda voor 2020. Het doel om de beste
economie van de wereld te worden, staat daar niet meer in. Barroso heeft dat
lesje wel geleerd. In plaats daarvan komt de voorzitter met vijf
doelstellingen.

De arbeidsparticipatie van Europeanen moet flink omhoog. De armoede moet
omlaag. In 2020 maken veel meer Europese kinderen hun school af. De
energievoorziening is dan beduidend groener. En aan onderzoek en
ontwikkeling geven Europese bedrijven en overheden over tien jaar veel meer
uit.

Meegebakken mislukking
Veel mogelijkheden om de 27 EU-lidstaten te dwingen om deze vijf doelen ook
echt te halen, heeft Barroso overigens niet. Er zijn geen sancties waarmee
niet-meewerkende landen kunnen worden gestraft. Net als bij de
Lissabon-agenda is de mislukking dus al meegebakken met het plan.

Er is ook goed nieuws. De doelstellingen zijn niet bijzonder ambitieus. De
meeste lijken met wat moeite wel te halen.

Dat geldt zeker voor Nederland. Op vier van de vijf onderdelen gaan we in 2020
fluitend naar het EU-examen. We voldoen er al aan of zijn toch al van plan
er aan te voldoen. Hier een overzicht:

1. Arbeidsparticipatie
Barroso wil dat over tien jaar 75 procent van de beroepsbevolking tussen 20
en 65 jaar werkt. Dat percentage ligt voor Europa nu op 69 procent. Maar
volgens cijfers van Eurostat zit Nederland nu al ruim boven de doelstelling.

De arbeidsparticipatie van Nederlanders tussen
25 en 64 jaar
lag in 2008 (het meest recente cijfer van Eurostat) boven
de 80 procent. Die van de groep tussen
20 en 25
lag zelf bijna op 82 procent.

Zelfs als de werkloosheid door de kredietcrisis structureel hoger komt te
liggen (wat gezien de vergrijzing overigens onwaarschijnlijk is), zitten we
in 2020 nog aan de goede kant van de streep.

2. Voortijdige schoolverlaters
Minder dan 10 procent van de Europese jongeren mag in 2020 nog voortijdig de
school verlaten. Volgens het Centraal
Bureau voor de Statistiek
voldoet Nederland nu al aan die doelstelling.
We zitten al een aantal jaar op ongeveer de helft van het vereiste
percentage.

3. Duurzame energie
Barroso wil dat in 2020 de Europese uitstoot van broeikasgassen 20 procent
onder het niveau van 1990 ligt. En in dat jaar moet 20 procent van de
energie uit duurzame bronnen komen.

Ambitieus, maar niet bepaald nieuw, dit programma. Al in 2008 spraken de
Europese lidstaten deze doelen af. Nederland zette ze al om in eigen
richtlijnen
. Er wordt dus geen extra inspanning van ons gevraagd.

4. Minder armoede
Het aantal Europeanen dat leeft onder de armoedegrens moet dalen van 80
miljoen nu, naar 60 miljoen in 2020. Dat gaat ongetwijfeld moeite kosten,
maar het is zeer de vraag of Nederland er een zinnige bijdrage aan kan
leveren.

De armoedegrens is voor ieder Europees land anders. Volgens cijfers
van Eurostat
ben je in Nederland arm als je inkomen onder 11.300 euro
ligt. Alleen in Groot-Brittannië ligt de grens nog (iets) hoger. Een Bulgaar
is pas arm onder de 2.800 euro. Voor een Roemeen ligt de grens zelfs op
1.900 euro.

Ondanks de hoge armoedegrens, kent Nederland relatief weinig armen. 11 Procent
van de bevolking zit onder de grens. Van alle 27 EU-landen is dat alleen in
Tsjechië (met een half zo hoge armoedegrens) nog minder.

Onze armen zijn relatief rijk en we hebben er relatief weinig van. De logica
dicteert dat de twintig miljoen Europeanen die de komende tien jaar boven de
armoedegrens moeten worden getild, niet in Nederland dienen te worden
gezocht. Oost-Europa lijkt een betere plek om de armoede te verminderen.

5. Meer R&D
Ten slotte is er ook een doelstelling die wel gaat bijten. In 2020 moeten de
uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling (R&D) zijn gestegen tot 3 procent
van het bbp. Voor de EU als geheel staat dat nu op 1,9 procent, meldt Eurostat.

In Nederland geven we slechts een zielige 1,6 procent van ons nationale
inkomen uit aan R&D. Alleen Zweden en Finland voldoen nu al aan de eis
van 3 procent.

Nederland zal de onderzoeksinspanningen dus bijna moeten verdubbelen. Het zou
een goede zaak zijn als dat lukt. Maar hogere R&D staat al jaren op het
lijstje van politiek en bedrijfsleven, zonder dat er iets verandert.

Op dit onderdeel gaan we in 2020 waarschijnlijk zakken. Maar vier uit vijf,
dat zou toch een mooie acht voor het EU-examen moeten opleveren.

Lees ook:

Opinie Mathijs Bouman: Geen Lissabon 2.0

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl